Verschuiving van dakopstanden van PU/PIR-geïsoleerde daken met kwalijke gevolgen voor het ETICS-systeem eenvoudig te voorkomen

Kimblok Schade (5)

Platte daken worden vaak geïsoleerd met platen uit polyurethaan (PU) of polyisocyanuraat (PIR). Buildwise stelde de voorbije jaren vast dat bij zo’n daken na verloop van tijd de dakopstand steeds vaker naar de buitenzijde verschuift en dat dit niet zelden leidt tot vervorming van of zelfs scheuren in het gevelmetselwerk of ETICS-systeem. Het publiceerde daar in april vorig jaar een wetenschappelijk artikel over waarin het aangaf dat het probleem kan worden voorkomen door een dakopstand uit cellenbeton niet meer simpelweg in een vol mortelbed te plaatsen. Toch stellen we bij xthermo vast dat het merendeel van de architecten en algemene aannemers niet op de hoogte is van die wijziging. Daarom brengen we de problematiek graag nog eens onder de aandacht.

Buildwise bevochtigde PU-platen van verschillende soorten en verschillende merken en kon aantonen dat heel wat PU-platen daardoor kunnen uitzetten. Ook werd hardgemaakt dat uitgezette PU-platen door hun vervorming de dakopstanden kunnen wegduwen als die opstanden bestaan uit cellenbeton die in een vol mortelbed worden geplaatst. En dat die verschuiving van de dakopstanden het gevelmetselwerk of ETICS-systeem niet zelden doen vervormen of scheuren.

Het was voor het onderzoekscentrum evenwel onmogelijk te verklaren waarom die vervormingen zich uitsluitend bij bepaalde PU/PIR-platen voordeden.

De studie leverde verschillende conclusies op. Zo moet men meer aandacht besteden aan het beperken van bevochtiging van PU-platen op een plat dak. Dat kan door een dampscherm te gebruiken en te zorgen voor een perfecte afdichting. Omdat het echter onrealistisch is elke bevochtiging uit te sluiten, zeker tijdens de bouwfase, werd het Buildwise -bouwdetail aangepast.


Cellenbetonnen dakopstand in vol mortelbed uit den boze bij PU / PIR-dakisolatie.

Het is aan te raden dat de ontwerper kiest voor een opstand uit één geheel of een opstand die mechanisch verankerd wordt in de dakvloer. Als dat niet mogelijk is, zou de keuze voor PU / PIR-platen uitgesloten moeten worden.

Wil de ontwerper toch werken met een dakopstand van cellenbetonblokken en met PU/PIR-platen, dan moet de ruwbouwaannemer de onderste cellenbetonsteen plaatsen met een geschikte mortel waaraan een toeslagstof (hechtingsverbeteraar) toegevoegd wordt om de sterkte van de verbinding met de ondergrond te verbeteren. Deze wordt vervolgens in de dakvloer verankerd.

Er zijn specifieke cellenbetonblokken op de markt verkrijgbaar die voorzien zijn van een uitsparing van waardoor de wachtstaven van de betonnen draagvloer gestoken kunnen worden om de verankering tot stand te brengen. Deze uitsparingen kunnen ten slotte opgegoten worden met beton.

ETICS-detailtekeningen Buildwise aangepast.

Een opstand uit één geheel of een opstand die mechanisch verankerd wordt in de dakvloer – zijn dus absoluut noodzakelijk in geval van PU/PIR-geïsoleerde daken. Bij xthermo hebben we overigens geen voorkeur voor een van die twee mogelijkheden.

Buildwise paste na het onderzoek zijn ETICS-detailtekeningen aan. Die zijn intussen verschenen in de TV 274.

Het volledige Buildwise-artikel over de problematiek lees je hier.

Naar Buildwise